“

Start fase 1 (€5.000)

Pleun Pijnenburg werkt aan de doorontwikkeling van het project NIET TE KOOP, waarmee ze onderzoekt hoe verhuur van kleding op een succesvolle en inclusieve manier kan worden ingezet om verantwoord consumptiegedrag te stimuleren. ”

“

Fase 1 is nu afgerond. Pleun, wat neem je mee?

“We hebben veel (ex-)kledingbibliotheken gesproken en ook de internationale leen-sector onderzocht. Mensen lenen voornamelijk voor gelegenheden omdat zij dan voor een gunstige prijs iets exclusiefs kunnen dragen. De grootste uitdagingen van de leen-sector zijn zichtbaarheid creëren en het hanteren van een juist verdienmodel. Op deze thema’s zijn bestaande leen-initiatieven niet eenduidig over de beste aanpak. Samenwerking is belangrijk om de sector te laten groeien. Wij hebben onze doelgroep intensief onderzocht zodat de behoefte en opgave van de doelgroep aansluit bij mijn uitgesproken ontwerpen en mijn missie. We ontdekten dat bij podium artiesten vraag is naar meer bijzondere en duurzame ontwerpen, maar geld en zichtbaarheid een obstakel is. Als reactie hierop onderzochten wij mogelijkheden en uitdagingen van de verhuur van kleding en kostuums binnen de culturele sector. Er is veel animo om te verduurzamen maar logistiek, tijd en geld zijn grote uitdagingen. Ook is het concept van eigendom (ego) bij maatwerk een hardnekkig onderwerp dat verduurzaming moeilijk maakt. Om te verduurzamen hebben we een andere mentaliteit nodig rondom het maakproces.””

“

Innovatiecommissie over NIET TE KOOP

“De aanvrager toont aan flexibel, nieuwsgierig en creatief te zijn. De commissie ziet veel potentie in het plan en ziet dat er duidelijk onderbouwde en bewuste keuzes zijn gemaakt. De maatschappelijke impact is duidelijk.””

“

Start fase 2 (€20.000)

“Ik kijk erg uit naar het uitvoeren van de experimenten en ik hoop dat ik tijdens fase 2 nog dichter bij de kern kan komen van het project. Ik ben erg gepassioneerd over verduurzaming van mijn vakgebied en de vraag hoe ik het leven van kleding en kostuums optimaal kan verlengen. Het lijkt mij te gek om alle kennis die ik opdoe tijdens het project bij CIPU te delen en er impact mee te kunnen maken.”
”

“

Welke doelen heb je opgesteld voor Fase 2? Wat hoop je te bereiken en wat verwacht je?

“Tijdens het vervolgproject gaan wij voortbouwen op- en bijdragen aan ontwerp gerichte kennis binnen de huidige leen-initiatieven van Nederland. Ik ga mij profileren als geheel circulair ontwerper die alle kleding en kostuums van reststromen maakt, optimaal het leven van de kleding en kostuums verlengt of een tweede leven geeft en deze informatie naar buiten communiceert om anderen te inspireren. Om dit te bereiken is het belangrijk om in de tweede fase een aantal aanvullende experimenten uit te voeren op de thema’s circulariteit, werkmentaliteit en leenbaarheid. Deze experimenten voer ik uit in samenwerking met een aantal kledingbibliotheken en tijdens de productie van de kostuums voor drie theatervoorstellingen. Ik hoop van het proces en alle inzichten een mooie korte documentaire te maken.””

“

Wat heeft je het meest verrast aan je eigen ontwikkeling binnen dit traject?

“Tijdens het traject ben ik intensiever samen gaan werken met freelancers en collega’s en ik heb gemerkt hoe waardevol en ontzettend leuk het is om dit samen te doen. Alleen als we handen ineen slaan kunnen we grootschalig verduurzaming teweegbrengen binnen het culturele landschap.”
”

“

Hoe ziet innovatie er in het culturele veld volgens jou uit?

“Ik denk dat innovatie heel erg samen loopt met maatschappelijke vragen en de tijd waarin we leven. In plaats van innoveren naar altijd maar meer en spectaculair en groter denk ik dat we onszelf op dit moment kritisch moeten afvragen wat op deze uitgeputte aarde kan en aanvaardbaar is. Innoveren naar verbinding en het collectief en op die manier betekenis geven in deze wereld.”
”

“

Wat betekent experimenten voor jou? En wat is daarvoor nodig?

“In realiteit is het veel proberen, experimenteren, onderzoeken en achter de schermen heel hard werken en pilots draaien. Hiervoor heb je veel tijd en geld nodig en moet er ruimte zijn om fouten te maken en inzichten te krijgen om uiteindelijk toe te werken naar een zinvolle Proof of Concept. Het is nodig om los te kunnen laten en je te laten verrassen. Op het moment dat je je uitgewerkte innovatieve idee naar buiten kan brengen is het moment aangebroken om impact te maken.””