“Als je innovatie over de volle breedte wilt aanjagen, moet je op veel verschillende niveaus tegelijk werken”

Interview met Jon Heemsbergen van Art-Up over het CIPU-begeleidingsprogramma

 
 

Bij innovatie kan het resultaat anders zijn dan verwacht en niet elk plan leidt tot een succesvol project. Geselecteerde pitches die bij ons fonds hun plan mogen gaan uitwerken, bieden we begeleiding in het verder ontwikkelen en uitvoeren van de plannen. Dat doen we samen met Art-up, aanjagers van innovatie in cultuur. Jon Heemsbergen, oprichter van Art-up, vertelt over hoe het uitwisselen van kennis en ervaring kan bijdragen aan innovatie.  

Voorbeelden om van te leren

“Art-up startte 2 jaar geleden, hoewel mijn compagnon Anne Houwing en ik al langer met het idee rondliepen. Er is veel innovatie nodig in de culturele sector en er is behoefte aan nieuwe spelers met een frisse blik. Tegelijkertijd is het voor culturele start-ups ingewikkeld om van de grond te komen. Je organisatie past niet in een hokje, er zijn weinig financieringskansen en er zijn weinig goede voorbeelden waar je van kunt leren. In andere sectoren zijn accelarator- en incubatorprogramma’s, intensieve begeleidingsprogramma’s waar kennisdeling gestimuleerd wordt, veel gebruikelijker. Daarom besloten we zelf een start-up incubator voor de cultuursector op te zetten. Vervolgens wilden we deze kennis en aanpak breder gaan inzetten voor cultuurorganisaties. Zo ook voor het Cultuur Innovatiefonds Provincie Utrecht.”  

Geld omzetten in zoveel mogelijk impact

“Om echt innovatie te stimuleren, is als fonds geld uitdelen niet genoeg. Als je als organisatie echt iets anders wil realiseren dan je tot nu toe hebt gedaan, moet je ook anders gaan werken. En dat vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden en veel experimenteren. Die gedachte is door vanaf het begin het uitgangspunt van het fonds geweest en wordt nu steeds breder overgenomen door fondsen, beleidsmakers en in de sector zelf. Het begeleidingsprogramma draagt eraan bij dat het geld dat het fonds besteedt wordt omgezet in zoveel mogelijk impact. Dat betekent niet dat alles of elke aanvraag moet lukken. Falen mag, zolang je er maar over nadenkt en zoveel mogelijk ervan leert. Dan is je project alsnog succesvol.” 

Leer als culturele organisatie van stand-up comedians

De organisaties wier plan is goedgekeurd zijn echt aan het pionieren en experimenteren. Ze lopen tegen dezelfde dingen aan: er moet binnen de organisatie draagvlak worden gecreëerd en ze moeten leren omgaan met de onzekerheid van innovatie en een stapsgewijze aanpak. Daarom zijn er binnen het programma naast trainingen ook intervisiebijeenkomsten gericht op het uitwisselen van ervaring en elkaar helpen om je plan te realiseren. De belangrijkste les? Je bewust worden van alle aannames die onder je plan liggen en leren hoe je deze kunt onderzoeken door goed ontworpen experimenten. Eigenlijk precies zoals stand-up comedians elke vrijdagavond doen in het comedycafe: hun verzinsels testen voor een echt publiek, feedback verzamelen en van daaruit aanpassen. We moedigen organisaties aan om veel meer contact met hun doelgroepen aan te gaan en hen te betrekken bij experimenten. Dat vraagt om kwetsbaarheid: je hoort immers meteen of iets wat je hebt bedacht wel zo goed uitpakt.

Innovatie over de volle breedte aanjagen

Het leukste aan het programma vind ik dat het mensen iets blijvends oplevert. Dat ze dingen leren en ervaren waar ze ook in de toekomst gebruik van gaan maken. Met een nieuw, tweede programma gaan we vanaf januari ook meer beginnende, kleinere en meer regionaal gerichte organisaties begeleiden om innovatieve projecten te ontwikkelen. Dat is mooi, want als je als fonds innovatie over de volle breedte wilt aanjagen, moet je op veel verschillende niveaus tegelijk werken.”